Storytelling handboek

Factsheet: Vertellen van verhalen

-     Stel vast welk doel u met uw verhaal wilt bereiken, voor wie het verhaal is bedoeld en in welke context u het vertelt. Een verhaal moet bij de situatie passen.

-     Kies zo veel mogelijk voor persoonlijke verhalen die u aan uw eigen ervaringen ontleent (authenticiteit).

-     Vorm uw verhaal tot een echt verhaal met de narratieve elementen: hoofdpersoon, worsteling, ontwikkeling, eventuele ‘helpers' en ‘tegenstanders'. Zorg er bovendien voor dat het compleet is, met conflicten, dilemma's: eenzijdige succesverhalen hebben zelden de impact die hele en reële verhalen hebben. Tenzij u een springboard- of opstartverhaal vertelt: die moeten juist niet al te gedetailleerd zijn en een happy end hebben.

-     Zorg ervoor dat het verhaal prikkelt: wat zal uw luisteraar verrassen?

-     Bied naast de feiten ook en vooral aandacht aan de emoties.

-     Maak een overwogen keuze voor een happy end, een open einde of een jammerlijk slot, afhankelijk van uw doel en de context waarin u het verhaal vertelt.

-     Wees niet te expliciet over de betekenis of moraal van het verhaal: laat ruimte voor interpretatie.

-     Kies een verhaal waarbij u betrokken bent, maar waarvan u voldoende afstand heeft genomen om het goed te kunnen vertellen en anderen de ruimte te laten om er hun eigen weg mee te gaan.

-     Kondig uw verhaal niet aan als een verhaal of een presentatie.